Cultuur is wat je tolereert
“Cultuur is niet wat je zegt, maar wat je doet.”
We horen en zien het vaak bij Goud in Handen. Kernwaarden hangen op posters, visie-statements klinken op vergaderingen. Maar wat gebeurt er echt in de wandelgangen? Wie spreken elkaar aan, en wie laten het gebeuren?
Cultuur ontstaat in het alledaagse gedrag. En dat geldt voor elke plek waar mensen samenwerk.
Van roddel naar richting
In een van de supermarkten waar wij mee werkten, zat het team vast in een patroon van roddels, kliekvorming en achterdocht. Het begon klein — wat irritaties in het kassateam — maar verspreidde zich als een vlek door de hele winkel. Medewerkers begonnen elkaar te mijden. Frustraties bleven onderhuids. Klanten merkten het. Niemand pakte het echt aan.
Sterker nog: ook teamleiders deden eraan mee.
Wat deze situatie extra pijnlijk maakte? De supermarkt had de ambitie om Te excelleren in betrokkenheid! Voor klanten, personeel én het dorp. Maar betrokkenheid en roddels gaan niet samen.
De omslag kwam toen de leiding de moed vond om eerlijk naar zichzelf te kijken. Ze koppelden de situatie terug aan hun visie. Het kwartje viel: “Wat we laten gebeuren, ondermijnt wat we willen uitstralen.”
Van daaruit begonnen ze leiderschap te tonen. Ze spraken het gedrag aan, benoemden wat ze wilden zien en… lieten het niet meer los. Medewerkers werden meegenomen in de visie en kregen handvatten én ruimte om op te staan tegen negatief gedrag.
In plaats van roddels? Open gesprekken. In plaats van irritaties? Feedback en betrokkenheid. De cultuur kantelde. Niet van de ene op de andere dag (echt een cultuur veranderen duurt wel tot zeven jaar), maar wel met blijvend effect.
Drie lessen die elke ondernemer kan toepassen
1. Wat je tolereert, wordt cultuur
Niet ingrijpen is ook een keuze. Als leidinggevende vorm jij de onderstroom door wat je laat gebeuren. Laat je iets passeren? Dan geef je er toestemming voor.
Tip: Bespreek als leiderschapsteam: “Wat zien wij gebeuren wat niet past bij onze visie? En durven we daar verantwoordelijkheid voor te nemen?”
2. Gedrag moet kloppen met je visie
Als je zegt dat je een betrokken organisatie wilt zijn, dan moet dat voelbaar zijn in elk teammoment. Een klant voelt het verschil tussen oprechte aandacht en geforceerde service.
Tip: Gebruik je visie niet als poster, maar als spiegel. Stel in teamoverleggen steeds de vraag: “Draagt dit gedrag bij aan de cultuur die wij willen?”
3. Je kunt gedrag wél veranderen – als je begint bij jezelf
Cultuurverandering begint niet bij de ander, maar bij de eerste die opstaat. In het verhaal van deze supermarkt begon het bij leiders die zeiden: “We hebben dit laten gebeuren, en nu kiezen we voor iets anders.”
Tip: Organiseer een ‘cultuurgesprek’ met je team. Geen powerpoints, geen oordeel. Alleen de vraag: “Wat voor team willen we zijn — en wat houdt ons tegen?”
Een gezonde cultuur ontstaat niet vanzelf. Het vraagt visie, lef en consistente keuzes. Maar het is mogelijk — en de impact is groot.
Of je nu in een supermarkt werkt, een onderwijsinstelling leidt of een creatief team aanstuurt: de cultuur ís er al. De vraag is: voed je haar, of laat je haar gebeuren?